Aanvullend pensioen,
wat kan ik doen?
Hoeveel geld heb ik eigenlijk straks nodig en hoe ga ik dat bij elkaar sparen? Het is een legitieme vraag waar veel mensen mee worstelen. In deze bijdrage bespreekt David Wildemans van &Gommer Pensions Group een aantal mogelijkheden om een aanvulling op je pensioen te realiseren.
Hoe sta ik er financieel voor?
Voordat je toekomt aan het eventueel nemen van aanvullende financiële maatregelen voor een goed pensioen, is het uiteraard zaak om te weten hoe je er financieel voor staat. Dat begint bij inzicht in de tot nu toe opgebouwde voorzieningen zoals pensioen, maar ook bijvoorbeeld in hoeverre reeds is afgelost op de hypotheek.
Voor wat betreft het pensioen vind je op mijnpensioenoverzicht.nl een goede indicatie van hoeveel pensioen er inmiddels is opgebouwd en hoeveel er bij gelijkblijvende omstandigheden nog bij gaat komen. In dat overzicht is tevens de AOW-uitkering meegenomen zodat voor veel mensen een redelijk compleet beeld ontstaan.
Wat echter ontbreekt in het overzicht zijn de eventueel zelf getroffen lijfrentevoorzieningen. Voor een goed inzicht in de situatie moeten deze er dus nog bij worden opgeteld.
Is het te bereiken pensioen ongeveer bekend en voldoende in relatie tot de te verwachten kosten te zijner tijd, dan hoeft er financieel niet veel meer te worden gepland. Is het niet genoeg, dan moet er nog wat extra gebeuren. Dit ‘extra’ kun je op verschillende manieren vormgeven.
1. Bruto sparen met belastinguitstel
Natuurlijk is het mogelijk om als aanvulling op het pensioen te zorgen voor voldoende (spaar)vermogen in box 3. Aan de andere kant, kan het aflossen op de hypotheek voor een behoorlijke lastenverlichting te zijner tijd zorgen.
Alhoewel een inzicht in deze zaken onmisbaar is bij een gedegen financieel plan, wil ik in deze bijdrage inzoomen op de fiscale mogelijkheden die er zijn om bij te sparen voor een goed pensioen.
Als ik bruto wil bijsparen dan kom ik ofwel terecht in aanvullingsmogelijkheden die mijn pensioenregeling mij geeft óf in het lijfrenteregime. Maar welke is voor mij nu het meest interessant?
Het voordeel van lijfrente is dat ik dat allemaal zelf kan regelen en geen werkgever nodig heb. Het voordeel van bruto ten opzichte van netto is dat de lijfrentepremie nu aftrekbaar in box 1 is en derhalve maar ‘de helft kost’ en dat het gespaarde lijfrentekapitaal geen onderdeel vormt van mijn box 3 grondslag. Daar tegenover staat uiteraard dat de uitkeringen die ik te zijner tijd ga ontvangen wel belast zijn in box 1, maar het zou goed kunnen dat dit tegen een lager tarief is.
Via de zogeheten jaarruimteformule die kan worden ingevuld bij de belastingaangifte, dan wel kan worden ingevuld door een adviseur, kan berekend worden hoeveel extra aanvullende lijfrentepremie jaarlijks aftrekbaar betaald kan worden.
Als uitvoerder van het lijfrentecontract kan een verzekeraar optreden, maar ook een bank. Nadeel van zowel de verzekerde als de bancaire variant is natuurlijk dat de rente op dit moment wel erg laag is en je voor een beetje rendement dus welhaast genoodzaakt bent om te gaan beleggen. Ook dat is mogelijk bij zowel een verzekeraar als een bank maar sinds 2017 ook bij een beleggingsonderneming.
Het huidige probleem van de lage rente speelt overigens niet alleen in de opbouwfase maar zeker ook in de uitkeringsfase. Zowel in pensioenland als in lijfrenteland is het dan ook mogelijk om door te beleggen na ‘pensioendatum’ met als gevolg mogelijk een hogere uitkering.
2. Harmonisering fiscale behandeling 2e en 3e pijler
In het Wetsvoorstel Toekomst Pensioenen wordt gesproken over het harmoniseren van de fiscale behandeling van de tweede pijler (werknemerspensioen) en derde pijler (lijfrentevoorzieningen) om te komen tot een meer ‘arbeidsvormneutraal pensioenkader’.
De maximale premiegrens in het lijfrenteregime bedraagt nu ‘slechts’ 13,3%. Deze grens wordt met het wetsvoorstel aangepast naar 30%, net als in het pensioenregime. Hierdoor wordt de fiscale ruimte in het lijfrenteregime dus gelijkgetrokken met die in het pensioenregime. Het wetsvoorstel zal naar verwachting per 1 januari 2022 in werking treden.
3. Aanwendingsmogelijkheden
Als we een keuze willen maken tussen aanvullend pensioen of een (bancaire) lijfrente moet je ook aandacht schenken aan wat je er straks wel en niet mee kunt.
Pensioen levert een levenslange uitkering op. Veelal zal de pensioenleeftijd rond de AOW leeftijd liggen, maar het pensioen kan ook eerder of desgewenst later ingaan. Ook kan er gekozen worden voor een hogere uitkering in het begin en daarna iets minder.
Tot slot is een mogelijkheid in de maak om eenmalig op pensioendatum 10% van het totale pensioen ineens te laten uitkeren. Deze laatste mogelijkheid gaat ook gelden voor lijfrenten. Een belangrijk verschil met een bancaire lijfrente is dat deze niet levenslang uitkeert maar (tenminste) 20 jaar. Hierdoor zou een hogere uitkering kunnen worden verkregen. Een lijfrente bij een verzekeraar is wel weer levenslang.
Op voorhand dient dus al enige aandacht te worden besteed aan wat de wensen vanaf pensioendatum ongeveer zullen zijn. Dat hoeft nog niet in detail maar als je bijvoorbeeld al weet dat je liever een uitkering van 20 jaar hebt dan levenslang, moet je niet in een aanvullende pensioenregeling gaan bijsparen maar in een bancaire lijfrente. Wil je dan straks toch uiteindelijk liever levenslang dan kan dat want je kunt een bancaire lijfrente altijd omzetten in een lijfrente bij een verzekeraar. Pensioen omzetten in lijfrente of vice versa is echter niet mogelijk.
Wat betekent dit voor jou?
Hoeveel geld heb ik nodig om van te leven als ik met pensioen ga? Het is belangrijke vraag en één met vele mogelijke antwoorden.
In deze bijdrage heb ik een aantal bijspaarmogelijkheden besproken die kunnen worden gebruikt om straks op het gewenste inkomen uit te komen. Natuurlijk dient ook gekeken worden naar de toekomstige uitgaven om tot een juiste vaststelling te komen van het benodigde inkomen en de inkomensbehoefte.
Tot slot is het ook van belang te weten wat wel en niet kan met de verschillende bijspaarmogelijkheden. Zo kom je straks niet voor ongewenste verrassingen te staan. Natuurlijk, wie dan leeft, dan zorgt, maar toch, zo af en toe is het wellicht toch eens goed om erbij stil te staan en te kijken welke maatregelen nu al genomen zouden kunnen worden.
David Wildemans