Algemene Rekenkamer: pakkans op schijnzelfstandigheid is laag

Algemene Rekenkamer: pakkans op schijnzelfstandigheid is laag

De pakkans is laag bij schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst is met de huidige middelen niet in staat vooraf of achteraf schijnzelfstandigheid aan te pakken, constateert de Algemene Rekenkamer.

De aanpak door de Belastingdienst van schijnzelfstandigheid bij de inhuur van vakmensen in allerlei bedrijfssectoren komt niet van de grond. De Belastingdienst corrigeert steeds minder bij de inhuur van zelfstandigen. Bij zzp'ers is het aantal correcties sinds het afschaffen van de VAR-verklaring ruim gehalveerd, blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer.

De Wet DBA: moratorium op handhaving

In 2016 is de nieuwe Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) van kracht geworden. Het doel was om stevigere handhaving bij opdrachtgevers mogelijk te maken. De Wet DBA is de opvolger van de VAR-verklaring.

Vóór 2016 werden 500.000 VAR-verklaringen afgegeven aan zelfstandigen, waarbij de Belastingdienst opdrachtgevers vrijwaarde van boetes of het achteraf opleggen van loonheffingen.

De Wet DBA moest een einde aan deze praktijk maken door ook opdrachtgevers medeverantwoordelijk te maken voor de fiscale gevolgen van hun arbeidsrelatie.

Het kabinet besloot al meteen in 2016 de Wet DBA voorlopig niet te handhaven (moratorium) na de maatschappelijke onrust over nieuwe regels. Dat heeft ertoe geleid dat belastingambtenaren bij steeds minder opdrachtgevers controleren of zij ten onrechte geen loonheffing afdragen.

Correctie op IB-aangifte zzp'er

De Belastingdienst tussen eind 2019 en 2021 maar 3 aanwijzingen afgegeven en 1 keer een correctie opgelegd aan opdrachtgevers. Er werden in die periode 475 bedrijfsbezoeken afgelegd en 268 keer boekenonderzoek gepleegd.

De Algemene Rekenkamer is via data-analyse bij 1,1 miljoen aangiften nagegaan hoe vaak de Belastingdienst correcties toepast op de aangifte van zelfstandigen. Dat aantal loopt sinds 2016 terug.

Indicatoren voor schijnzelfstandigheid

Een indicator voor schijnzelfstandigheid is dat een zelfstandige voor zijn inkomen voor langere tijd sterk afhankelijk is van 1 opdrachtgever. In Nederland geldt dit voor circa één op de vijf zzp'ers. Dit ligt rond het Europese gemiddelde.

Op een andere indicator voor schijnzelfstandigheid neemt Nederland wél een opvallende positie in. Het gaat dan om de vraag bij hoeveel zelfstandigen het de opdrachtgever is die de werktijden bepaalt (>30%). Hierin is Nederland koploper binnen de EU.

Belastingcontrole zzp'er

Toon meer (166)