Convenant moet aantal zzp’ers in de zorg terugdringen

De zorgsector, de ministeries van Volksgezondheid, Sociale Zaken en Financiën en de Belastingdienst tekenen op 6 juli een convenant om het aantal zzp’ers in de zorg terug te dringen. Schijnzelfstandigheid in de zorgsector wordt harder aangepakt.

Het convenant past in de lijn die minister Yvonne van Gennip (SZW) heeft ingezet met de voortgangsbrief over de toekomst van de arbeidsmarkt, van begin dit jaar. Hierin heeft ze de kaders benoemt rondom het werken als en mét zzp’ers. Uiteindelijk moet dit worden vastgelegd in nieuwe zzp-wetgeving.

Een belangrijk uitgangspunt van de voortgangsbrief is dat ‘organisatorisch ingebed werk’ straks niet meer door een zzp’er gedaan mag worden. Het convenant rondom zzp’ers in de zorg sorteert hier op voor. Vanaf 2025 gaat de Belastingdienst weer controleren op schijnzelfstandigheid.

Groei aantal zzp’ers in de zorg

Afgelopen maand werd de nieuwe zorg-cao voor de 450.000 werknemers in de verpleeghuis- en thuiszorg al vastgelegd dat werknemers in vaste dienst voorrang krijgen bij het inroosteren. Dit moet het werknemerschap aantrekkelijker maken.

In de Telegraaf noemt minister Conny Helder (Langdurige Zorg) de afspraken een duidelijke ’stap naar voren’. Het convenant moet vooral de groei van het aantal zzp’ers in de zorg afremmen. Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in de zorg is vorig jaar met dertig procent gegroeid. Inmiddels is 1 op de 7,7 medewerkers in de zorg zzp’er. Helder noemt de enorme groei ‘écht een probleem’, ook door het groot aantal schijnzelfstandigen, die zich laten inhuren voor het werk wat ze eerder in loondienst deden.