De handhaving op schijnzelfstandigheid in 2024, 2025 en daarna
Het einde van het handhavingsmoratorium rondom schijnzelfstandigheid zorgt voor onrust. In antwoord op Kamervragen heeft staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane) de verschillen in de handhaving van de regels voor schijnzelfstandigheid in 2025 en vanaf 2026 toegelicht. Goedgekeurde modelovereenkomsten van voor 6 september 2024 blijven nog 5 jaar geldig.
2024: Handhavingsmoratorium
In de periode 2016-2024 was alleen sprake van handhaving bij “kwaadwillendheid”. Als de Belastingdienst constateerde dat sprake was van schijnzelfstandigheid, werden alleen correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd (met een maximum van vijf jaren) als er sprake was van kwaadwillendheid. Als er geen sprake was van kwaadwillendheid gaf de Belastingdienst een zogenoemde aanwijzing.
2025: Einde handhavingsmoratorium, zachte landing
Op 1 januari 2025 is het handhavingsmoratorium opgeheven. Dit betekent dat:
- Niet meer eerst een aanwijzing wordt gegeven.
- De Belastingdienst kan correcties opleggen. Dit gebeurt tot de datum van de opheffing, te weten 1 januari 2025. Er is sprake van een ingroeimodel tot 2030. Pas in 2030 kan de Belastingdienst weer tot maximaal vijf jaar terug correcties opleggen.
- Een uitzondering geldt als er sprake is van kwaadwillendheid of als een eerder gegeven aanwijzing niet in voldoende mate is opgevolgd. In die gevallen kan er worden gecorrigeerd en nageheven tot het moment waarop sprake was van kwaadwillendheid dan wel tot het moment dat de Belastingdienst de aanwijzing heeft gegeven, met een maximum van vijf jaren terug.
- Naar aanleiding van de motie Aartsen c.s. is gekozen voor een zachtere landing. Dit betekent dat de Belastingdienst in 2025 het risicogerichte toezicht op schijnzelfstandigheid in beginsel met een bedrijfsbezoek start. De opdrachtgever wordt gewaarschuwd en krijgt de kans om zijn bedrijfsvoering te verbeteren.
- De inspecteur kan overgaan tot het instellen van een boekenonderzoek als ingeschat wordt dat er sprake is van grote risico’s op schijnzelfstandigheid en het risico dat de opdrachtgever blijft werken met schijnzelfstandigen.
- De Belastingdienst legt over 2025 geen boetes op. Dit geldt zowel voor de verzuimboetes als de vergrijpboetes.
Handhaving 2026: Reguliere handhaving
Vanaf 1 januari 2026 maakt de kwalificatie van de arbeidsrelatie weer onderdeel uit van de reguliere handhaving.
- Op verzoek kan de Belastingdienst vooroverleg voeren met opdrachtgevers en voorlichting geven.
- De Belastingdienst kan meteen correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen loonheffingen over het verleden opleggen. Dit gaat niet verder terug dan 1 januari 2025, tenzij sprake is van kwaadwillendheid of een eerder gegeven aanwijzing die niet is opgevolgd.
Modelovereenkomsten blijven 5 jaar geldig
Modelovereenkomsten die op 6 september 2024 waren goedgekeurd en die na 6 september 2024 maar voor eind 2029 zouden aflopen, blijven geldig tot eind 2029. Daar is een belangrijke voorwaarde aan verbonden: de betreffende modelovereenkomsten bieden alleen zekerheid voor zover opdrachtgever en opdrachtnemer daadwerkelijk werken zoals overeengekomen in de modelovereenkomst.
>> Antwoorden op Kamervragen over schijnzelfstandigheid