Dit betekent de handhaving van de zzp-wet
Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst actief de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (wet DBA) handhaven. Doel is het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Bij opdrachtgevers en zzp'ers is sprake van lichte paniek over de aankondiging. Wat houdt de controle in? En is de onrust terecht?
Definitie schijnzelfstandigheid
Kort samengevat is sprake van schijnzelfstandigheid als:
- iemand hetzelfde werk doet als werknemers in dienstverband, en
- sprake is van een gezagsverhouding.
Veel sectoren maken gebruik van zogenoemde modelovereenkomsten, waarin de afspraken tussen zzp'er en opdrachtgever zijn vastgelegd. Alleen constateert de Belastingdienst regelmatig dat de feitelijke werkzaamheden niet gelijk zijn aan de vastgelegde afspraken.
Dit gaat veranderen met de handhaving van de wet DBA?
Bijna tien jaar lang heeft de Belastingdienst zzp-constructies zeer beperkt gecontroleerd. Dit zogenoemde handhavingsmoratorium eindigt per 1 januari 2025. Daarmee komt ook de aanwijzing te vervallen. Per 1 januari 2025 kan de Belastingdienst bij een constatering van een onjuiste kwalificatie van de arbeidsrelatie weer in alle gevallen correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen opleggen, eventueel met een boete (vanaf 1 januari 2025). Daar past dan ook weer regulier toezicht bij, aldus de Belastingdienst.
Aanwijzing belastingdienst
Het instrument van de ‘aanwijzing’ is geïntroduceerd in 2019. Aanwijzingen zien primair op de beoordeelde individuele arbeidsrelatie(s) waarbij de aanwijzing aan een individuele opdrachtgever ter zake van die individuele arbeidsrelatie(s), of een vergelijkbare groep arbeidsrelaties bij dezelfde opdrachtgever, wordt gegeven. In de aanwijzing wordt opgenomen dat een individuele arbeidsrelatie wordt aangemerkt als een dienstbetrekking en dat de opdrachtgever binnen een bepaalde termijn die arbeidsrelatie – als de opdrachtgever die arbeidsrelatie anders heeft beoordeeld – moet aanpassen, of die arbeidsrelatie ook als dienstbetrekking in de loonadministratie en loonaangifte moet opnemen.
Naheffingsaanslag bij kwaadwillendheid
Er is sprake van kwaadwillendheid als een opdrachtgever 'opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan omdat je weet – of had kunnen weten - dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking'. De Belastingdienst kan je dan correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen voor de loonheffingen opleggen. Daarvoor moet de Belastingdienst bewijzen dat er sprake is van:
- een (fictieve) dienstbetrekking
- evidente schijnzelfstandigheid
- opzettelijke schijnzelfstandigheid
Kwalificatie arbeidsrelatie als ondernemerschap (zzp'er)
De Belastingdienst geeft een opsomming van de kenmerken van een "hoge mate van compliant gedrag" bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie als ondernemerschap (zzp'er) als sprake is van:
- Een fiscaal bewuste keuze voor ondernemerschap (zzp’er)
(voldoende bewustzijn op de fiscale eisen en consequenties ondernemerschap). - Fiscaal gedragen afspraken tussen opdrachtgevers en werkenden in relatie tot flexibele inzet medewerkers.
- Kwalificatie arbeidsrelatie is gebaseerd op kaders fiscale wet- en regelgeving
(bewustzijn op verplicht onderscheid werknemer en zpp’er enerzijds en arbeidsrecht en fiscaliteit anderzijds). - Bewustheid opdrachtgevers om binnen de krapte op de arbeidsmarkt bij te dragen aan een gelijk fiscaal speelveld.
- Financiële afhankelijkheid is geduid en kwalificatie is onafhankelijk van de financiële en fiscale positie van werkenden.
Primaire verantwoordelijkheid bij opdrachtgever en zzp'er
De keuze voor een samenwerking als zzp'er is niet meer vrijblijvend.
- De kwalificatie van een arbeidsrelatie is afhankelijk van de beoordeling van de relevante feiten en omstandigheden bij de uitvoering van de werkzaamheden.
- De primaire verantwoordelijkheid voor de juiste kwalificatie van een arbeidsrelatie ligt bij de betrokken opdrachtgever en werkende.
- Opdrachtgever en werkende moeten bij aanvang van een arbeidsrelatie deze kwalificeren om vorm en invulling te geven aan contracten en onderliggende afspraken. Zij hebben de verantwoordelijkheid de kwalificatie van de arbeidsrelatie te volgen gedurende de uitvoering van de werkzaamheden.
- De Belastingdienst toetst de arbeidsrelatie achteraf (waarbij alle feiten en omstandigheden bij de uitvoering van de werkzaamheden een gegeven zijn).
Gevolgen wanneer toch sprake is van loondienst
Met name de primaire verantwoordelijkheid bij de opdrachtgever en zzp'er, in combinatie met de toetsing achteraf, zorgt voor onrust.
Als de Belastingdienst constateert dat sprake is van loondienst, dan is de zzp'er geen ondernemer, maar werknemer; en is de opdrachtgever werkgever. Dat betekent dat onder meer dat de opdrachtgever:
- Loonheffingen moet inhouden en betalen, en
- De arbeidsrelatie onder de cao-bepalingen valt.
Dit gebeurt met terugwerkende kracht, eventueel met een boete.
Niet langer recht op ondernemersaftrek
Als je maar een opdrachtgever hebt, en geen ondernemer meer bent, heb je geen recht op ondernemersaftrek. Dat kan betekenen dat de Belastingdienst de belastingaanslag herziet en een naheffing oplegt.
Wat kun je samen doen om schijnzelfstandigheid te vermijden?
Simpel gesteld: zorg dat je samen nog een keer kritisch kijkt naar de afspraken over de werkrelatie. Als je aan de opdracht werkt volgens een modelovereenkomst - en je ook aan die afspraken houdt - ben je als zzp'er niet in loondienst en is er niks aan de hand. Een modelovereenkomst is 5 jaar geldig.
De Belastingdienst kijkt vooral naar de zelfstandigheid. Als jouw opdrachtgever (teveel) bepaalt hoe je je onderneming moet inrichten en hoe en wanneer je je werkzaamheden uitvoert, ontbreekt de zelfstandigheid.
Informeer ook - eventueel via je opdrachtgever - binnen de sector. Zo hebben de brancheorganisaties in de zorg en thuiszorg een Fiscaal Kompas ZZP Zorg opgesteld over de inzet van zzp'ers in de zorg.
>> Lees ook: Kan ik als zzp'er voor maar één opdrachtgever werken?