Een zware onvoldoende voor het zzp-dossier van Wouter Koolmees
Bij de start als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid benadrukte Wouter Koolmees zijn ambitie om het zzp-dossier aan te pakken en met een vervanger van de wet DBA te komen.
In zijn eerste voortgangsbrief, zomer 2018, kondigde hij de komst van een zzp-wet aan. Ook werd onderzocht of een webmodule duidelijkheid kan verschaffen of iemand zzp’er (zelfstandige) is of dat sprake is van een arbeidsverhouding.
Zzp-wet gesneuveld, pilot zzp-webmodule
Naast de webmodule bevatte de conceptwet een minimumtarief voor zzp’ers van € 16 per uur en een zelfstandigenverklaring voor zzp’ers die uurtarieven van € 75 of hoger hanteren. Het streven was om de nieuwe wetgeving op 1 januari 2020 in te laten gaan.
Dit werd al snel met een jaar verlengd en in voortgangsbrief nummer vijf, zomer 2020, viel de bijl. Alleen de pilot voor een zzp-webmodule bleef overeind. Deze moet begin januari 2021 van start gaan. De zzp-wet werd ingetrokken.
Voortgangsbrief nummer zes
Deze week kwam Wouter Koolmees met voortgangsbrief nummer zes. De boodschap: het zzp-dossier is nog net zo urgent als bij zijn aantreden en de coronacrisis heeft de kwetsbaarheid van de zzp’er blootgelegd.
Om zijn opvolger niet met lege handen te laten beginnen, werken Koolmees en zijn staatssecretaris aan een voorstel voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (aov-zzp). Dit is een uitwerking van de afspraken van het Pensioenakkoord en het advies van de Stichting van de Arbeid.
De eindbalans: de nieuwe wetgeving die de zzp’er aan de onderkant van de arbeidsmarkt moet beschermen komt er voorlopig niet. Evenmin is er een einde aan de chaos en lacunes van de wet DBA.
Wouter Koolmees heeft in zijn ministersperiode zijn tanden stukgebeten op het dossier, deels door tegenwerking vanuit Europa, maar vooral door de kakofonie uit de polder. De sociale partners graven zich in om hun eigen deelbelang met hand en tand te verdedigen. De vakbeweging heeft maar één doel: weg met de zzp’er! De werkgevers zien zzp’ers als een welkome, betaalbare aanvulling van de flexibele schil.
Verlaging zelfstandigenaftrek en zzp-aov
Koolmees restte niets anders dan de nucleaire optie: de zzp’er zelf financieel op de knieën dwingen. Daarbij kreeg hij in de flanken de hulp van de commissie Borstlap en de Stichting van de Arbeid.
De eerste meent dat zzp’ers fiscaal onevenredig worden bevoordeeld met de zelfstandigenaftrek. En in de pensioenuitruil toverde de Stichting van de Arbeid een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zpp’ers uit de hoge hoed.
De zelfstandigenaftrek gaat in stappen naar € 3.240 (in 2020: € 7.030). Zzp’ers merken hier in 2021 financieel nog niet zo veel van, door verhoging van de arbeidskorting, maar in de jaren daarop gaat het hen in de portemonnee raken. De aov-zzp zal niet voor 2022 in de steigers staan en vermoedelijk nog wel wat vertraging oplopen, nu er komend jaar ook Kamerverkiezingen zijn.
Problemen kwetsbare zzp'er
Waar het om gaat, is dit: de problemen voor de zzp’er aan de onderkant van de markt vermenigvuldigen zich. Dat mogen Wouter Koolmees en de politiek zich aantrekken. De zelfstandige professionals met voldoende autonomie en een netwerk van opdrachtgevers redden zich wel, maar voelen zich niet gehoord.
Daar liggen wat mij betreft de opgaven voor de opvolger van Koolmees:
1. Werk maken van de kwetsbare zzp’er door betere bescherming, waarbij eerder sprake is van werken in dienstverband.
2. Niet langer praten over, maar mét de zzp’ers. Met 1,2 miljoen zijn we een groep die aan tafel hoort en een stem in het debat over de (wenselijke) toekomst van de arbeidsmarkt verdient.
Hans Pieters, zzp-kennisplatform deZZP.nl