Kabinet is grip op schijnzelfstandigheid volledig kwijt

Kabinet is grip op schijnzelfstandigheid volledig kwijt

De handhaving van de Wet DBA is opnieuw ‘uiterlijk’ 2,5 jaar opgeschort. Het kabinet rechtvaardigt het uitstel met een uitvoerige en wollige kamerbrief, als reactie op een kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer over de handhaving op het gebied van schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst. Zzp-belangenverenigingen reageren teleurgesteld.

Handhaving schijnzelfstandigheid

Op 5 april 2022 heeft de Algemene Rekenkamer een onderzoek gepubliceerd over de handhaving op het gebied van schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst. De conclusie van het onderzoek: De aanpak door de Belastingdienst van schijnzelfstandigheid bij de inhuur van vakmensen in allerlei bedrijfssectoren komt niet van de grond. Belastingambtenaren controleren bij steeds minder opdrachtgevers of zij ten onrechte geen loonheffing afdragen. Tussen eind 2019 en 2021 is precies één keer een correctie opgelegd.

Uit het rapport blijkt dat de Belastingdienst worstelt met het fiscaal onderscheiden van én de handhaving op schijnzelfstandigheid. Bij de aanpak van schijnzelfstandigheid lijken politiek en uitvoering naar elkaar te kijken voor oplossingen, stelt de Algemene Rekenkamer vast.

Met de Wet DBA kreeg de Belastingdienst meer mogelijkheden om repressief te handhaven, maar het moratorium zorgde direct voor inperking van deze mogelijkheden. Ook blijkt niet dat de Belastingdienst sinds de invoering van de Wet DBA (beter) in staat is om schijnzelfstandigheid aan te pakken.

Fiscale en sociaalrechtelijke verschillen werknemer-zzp'er

De kern van het probleem laat zich samenvatten in onderstaande vier elementen, stellen staatssecretaris Van Rij van Financiën en minister Van Gennip van SZW:

  1. De bestaande fiscale en sociaalrechtelijke verschillen tussen werknemers en zelfstandigen maken het aantrekkelijk voor organisaties om zelfstandigen in te huren in plaats van werknemers in dienst te nemen.
  2. De beoordeling of sprake is van zelfstandigheid of werknemerschap is voor betrokkenen lastig en voor de Belastingdienst tevens arbeidsintensief.
  3. De Belastingdienst heeft onvoldoende inzetbare handhavingscapaciteit.
  4. Het handhavingsmoratorium versterkt de voorgaande drie knelpunten.

(Schijn)zelfstandigen werken voor eigen rekening en risico

De juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie is niet alleen van belang voor de juiste belastingafdrachten, maar ook met name voor de toedeling van passende rechten en plichten in de sociale zekerheid en met betrekking tot de arbeidsrechtelijke bescherming. Werknemers kennen een uitgebreidere bescherming in de sociale zekerheid en voor het arbeidsrecht dan zelfstandigen die voor eigen rekening en risico werken.

In plaats van actie te ondernemen, schuift het kabinet het dossier weer 2,5 jaar door. In de praktijk komt dit erop neer dat staatssecretaris Van Rij van Financiën en minister Van Gennip van SZW het dossier gewoon parkeren bij hun opvolgers. Over 2,5 jaar hangt de schaduw van de verkiezingen boven besluiten van het kabinet. Dit is een herhaling van zetten. Oud-minister Koolmees koos voor dezelfde 'strategie' rondom het zzp-dossier en de schijnzelfstandigheid.

Gelijker speelveld werknemer en zelfstandige

In die zin is de inhoud van de kamerbrief extra wrang: "Het kabinet kiest daarom conform het coalitieakkoord ervoor om de komende tijd maatregelen te nemen langs drie lijnen om (de regels rondom) het werken met en als zelfstandige(n) meer toekomstbestendig te krijgen. De urgentie en de aard van de problematiek maakt dat de inzet op een specifieke lijn niet afhankelijk kan zijn van één van de andere lijnen, maar vereist wel dat de onderlinge samenhang bewaakt wordt", stellen staatssecretaris Van Rij van Financiën en minister Van Gennip van SZW.

De drie lijnen (om de besluitvorming rondom schijnzelfstandigheid te rekken, red.) zijn als volgt:
  1. De inzet op een gelijker speelveld voor contractvormen wat betreft arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit;
  2. Meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer dan wel als zelfstandige buiten dienstbetrekking (beoordeling van arbeidsrelaties) alsmede het ondersteunen van werkenden om hun rechtspositie op te eisen, en;
  3. Het verbeteren van toezicht en handhaving op schijnzelfstandigheid.
Toon meer (153)