VVD, D66, CDA en SGP komen met initiatief Zelfstandigenwet
Nog geen week nadat NSC-minister Eddy van Hijum (SZW) een aangepast wetsvoorstel Vbar heeft gepresenteerd, komen VVD, D66, CDA, en SGP met een eigen Zelfstandigenwet. De initiatiefwet is gebaseerd op het Belgische model en moet een einde maken over de verwarring rondom het begrip schijnzelfstandigheid.
Rechtsonzekerheid bij zzp'ers en opdrachtgevers aanleiding initiatief
Aanleiding voor de initiatiefwet is de onrust die de handhaving door de Belastingdienst rondom schijnzelfstandigheid. Deze leidt tot veel huiver bij opdrachtgevers om (nog) zzp'ers in te schakelen. In de toelichting schrijven de initiatiefnemers dat de samenleving en arbeidmarkt drastisch zijn veranderd. Nederland kent, in tegenstelling tot andere landen, geen duidelijk wettelijk kader over hoe een werkrelatie te kwalificeren, dit zorgt al jaren voor rechtsonzekerheid bij zelfstandigen, opdrachtgevers en handhavende instanties
De toelichting stelt dat de huidige situatie zorgt voor rechtsonzekerheid bij zelfstandigen en opdrachtgevers waardoor zelfstandigen onterecht en onnodig opdrachten verliezen door opdrachtgevers die het risico niet aandurven. Door een gebrek aan een wettelijk kader ontstaat er een ongelijk speelveld op de arbeidsmarkt en is de sociale bescherming onvoldoende geregeld. Met het voorstel hopen de initiatiefnemers zelfstandigen en opdrachtgevers rechtszekerheid te bieden.
Afbouw zelfstandigenaftrek
De huidige plannen voorzien in een verdere afbouw van de zelfstandigenaftrek tot € 900 in 2027. Door de forse wijzigingen in de fiscaliteit wordt het speelveld tussen werknemers en zelfstandigen meer gelijk, constateren de initiatiefnemers. Dit zorgt voor minder druk en spanning op het kwalificatievraagstuk en hier kan in de ogen van de initiatiefnemers dus meer gekeken worden naar de eigen keuze van een persoon aangezien deze minder financieel gestuurd wordt richting het werken als werknemer of werken als zelfstandige. Ook draagt deze beleidswijziging bij aan het tegengaan van schijnzelfstandigheid omdat het minder aantrekkelijk wordt.
Wettelijk kader kwalificatie werkrelatie
"Het gebrek aan een duidelijk wettelijk kader voor de kwalificatie van een werkrelatie met een zelfstandige heeft de afgelopen jaren voor veel maatschappelijke problemen gezorgd. Perioden van onrust en onzekerheid onder zelfstandigen en opdrachtgevers wisselden elkaar af. Met het wegvallen van opdrachten en inkomsten voor zelfstandigen en maatschappelijke knelpunten voor opdrachtgevers tot gevolg.9 De overheid worstelt al jaren met deze kwestie. Nieuwe wetgevingsinitiatieven, een handhavingsmoratorium, modelovereenkomsten, webmodules, overheidscampagnes: de politiek probeert al jaren dit probleem het hoofd te bieden zonder dat zij fundamenteel durft te kiezen voor duidelijke wettelijke criteria."
Introductie van een werkrelatiecommissie
Het wetsvoorstel introduceert een Commissie Beoordeling Toetsingskader Zelfstandigenwet, die beoordelingen kan geven aan partijen over de beoordeling van het toetsingskader. Werkenden die twijfelen of hun overeenkomst niet eigenlijk een arbeidsovereenkomst hoort te zijn kunnen hier dus ook om een beoordeling of advies vragen. Dit zorgt voor meer (rechts)zekerheid en verlicht de druk op de handhavende instanties en de rechtspraak.
De partijen sluiten wel aan bij het zogenoemde ‘rechtsvermoeden’ van het wetsvoorstel Vbar. Dit houdt in dat een zzp'er dezelfde rechten als een werknemer kan claimen, wanneer hij of zij minder verdient dan 33 euro per uur. In dat geval is het aan de opdrachtgever om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Coalitiepartner NSC is verbaasd over het initiatief van coalitiegenoot VVD. Volgens NSC-kamerlid Ilse Saris is in het hoofdlijnenakkoord afgesproken dat de coalitie vasthoudt aan het wetsvoorstel Vbar.