Zzp-wet in aangepaste vorm weer een stapje dichterbij

Zzp-wet in aangepaste vorm weer een stapje dichterbij

Minister Karien van Gennip van SZW heeft als laatste daad een aangepaste zzp-wet naar de Raad van State gestuurd. Deze wijkt op 2 belangrijke punten af van het oorspronkelijke wetsontwerp. Naar aanleiding van de internetconsultatie is het toetsingskader aangepast. Het begrip "kernactiviteiten" is vervallen als indicatie voor het bestaan van een arbeidsrelatie. Wel komt er een rechtsvermoeden van werkgeverschap, gebaseerd op een uurtarief.

Met de zzp-wet moet het meer helder worden wanneer werk gedaan mag worden door een werknemer en wanneer door een zelfstandige. De officiële benaming van het zzp-wetsvoorstel luidt Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) naar de Raad van State. In dit wetsvoorstel krijgen indicaties die wijzen op zelfstandig werken voor het eerst in de wet een eigenstandige rol bij het vaststellen van de juiste contractvorm, meldt het nieuwbericht.

Verkleinen verschillen werknemer en zzp'er

Met de zzp-wet wil het kabinet de keerzijde aan de snelle groei van het aantal zzp’ers aanpakken. In de toelichting wijst het kabinet op gevallen van (gedwongen) schijnzelfstandigheid em van oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen werkenden onderling en tussen werkgevers. Ook voor de Nederlandse economie zijn er zorgen. Als grote groepen werkenden die in feite werknemer zijn, niet meebetalen aan de werknemersverzekeringen (zoals de ww-verzekering), worden de lasten niet meer eerlijk verdeeld.

Om ervoor te zorgen dat mensen in de goede contractvorm werken, neemt het kabinet langs drie lijnen maatregelen, door:

De vraag: wanneer ben je werknemer of zzp'er?

In veel gevallen zijn deze regels helder. Maar bij een deel van de opdrachten is het lastiger te zeggen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of dat het werk uitgevoerd mag worden door een zelfstandige. Dit komt door de open geformuleerde wetgeving. Deze wetgeving is in de loop der jaren ingevuld door jurisprudentie, gerechtelijke uitspraken. In de aangepaste zzp-wet is de rechtspraak bij elkaar gebracht en vertaald in een wettelijk toetsingskader. Dit biedt werkgevers en opdrachtgevers helderheid over de manier waarop contracten beoordeeld worden (de vraag: is er sprake van werknemerschap of zelfstandig werken?). Omgekeerd geeft het zzp'ers handvaten om hun werk waar mogelijk vorm te geven binnen de regels als zelfstandig ondernemer.

Toetsingskader zzp'er of niet?

Naar aanleiding van de internetconsultatie is het toetsingskader verbeterd. Zzp-organisaties vreesden een "bloedbad" als de concept zzp-wet ongewijzigd zou worden aangenomen. Het wetsvoorstel is met een aantal aanpassingen beter in balans gebracht. Zo is bijvoorbeeld “kernactiviteiten” vervallen als indicatie. Deze aanpassingen komen tegemoet aan de kritiek en geven naar verwachting meer zwaarte aan het werken als zelfstandige.

Rechtsvermoeden op basis van uurtarief

Het kabinet introduceert een rechtsvermoeden van werknemerschap, gebaseerd op een uurtarief. Dit rechtsvermoeden maakt het voor werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt makkelijker om een arbeidsovereenkomst te claimen. Dit kan bij de werkgever en indien nodig bij de rechter.

Als een werkende (of een vertegenwoordiger, bijvoorbeeld een vakbond) een beroep doet op het rechtsvermoeden, moet hij aantonen dat hij minder betaald krijgt dan het geldende uurtarief. Dan is het vervolgens aan de werkgevende om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Het kabinet verwacht dat er een preventief effect van de rechtsvermoeden uit gaat. Zodat er al bij het aangaan van een arbeidsrelatie kritischer gekeken wordt of er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst. 

Lees ook >> Een 7 voor minister Karien van Gennip op het zzp-dossier

Toon meer (151)