Zzp’er betaalt rekening van het gedoogbeleid
Rijk aan woorden, leeg aan daadkracht. Aan het einde van het zzp-debat in de Tweede Kamer zag ik opeens de parallel met het gedoogbeleid rondom softdrugs.
Al minstens tien jaar lang kunnen opdrachtgevers, intermediairs en hun adviseurs ongehinderd hun gang gaan. Sterker nog, ze zijn hierin aangemoedigd door opeenvolgende kabinetten die nooit de moeite hebben genomen om de groep met de zwakste positie op de arbeidsmarkt te beschermen.
Zzp'er is de kop van jut
De gevolgen daarvan zijn schrijnend, de voorbeelden liggen voor het oprapen:
- Organisaties als PostNL, Deliveroo en anderen hebben zich nooit iets hoeven aan te trekken van de regelgeving. Onder het mom van “de concurrent betaalt minder” kon PostNL (een semioverheidsbedrijf dat toevallig een beursnotering heeft) werknemers op straat zetten om vervolgens in dienst te nemen als zzp’er.
- De cultuur is de kop van jut van de populisten en het eerste kabinet Rutte danste naar hun pijpen. Het naargeestige effect: cultuurinstellingen moesten bezuinigen, vaste contracten werden omgezet in een onzeker zzp-bestaan met liefdewerk-oud papiertarieven.
- Het UWV had een ZZP-regeling, opgetuigd door Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dat bleek vooral voordelig voor de statistieken. Terwijl in Zuid-Europa de werkloosheidscijfers door het dak gingen, was Nederland alweer “lekker aan het werk”. En kreeg het schouderklopjes van de OESO. Nederland was hét voorbeeld van een flexibele arbeidsmarkt.
- Zzp’ers die gewoon opdrachten kregen van overheden mochten niet meer direct worden ingehuurd, zoals voorheen, maar voor deelname aan een tender zijn ze te klein. Het gevolg: zzp’ers worden nu uitgespeeld door bureaus die onder de prijs de aanbesteding winnen.
Nadelen doorgeslagen flexibilisering
Een jaar of vier, vijf geleden begon de discussie te schuiven. De OESO was de eerste die de nadelen van de doorgeslagen flexibilisering benoemde. Volgens deze organisatie leidde de concurrentie tussen zzp’ers en flexwerkers tot een ‘race to the bottom’. Vertalers, fotografen, zorgverleners en vele andere beroepsgroepen hadden dat allang aan den lijve ondervonden.
De overheid heeft de arbeidsmarkt aan de onderkant stukgemaakt (zeg maar gerust, in vakbondsjargon, ‘gesloopt’). Of in elk geval de afbraak en verbouwing zonder bouwvergunning gefaciliteerd, zonder in te grijpen.
Afbouw fiscale voordelen voor zzp’ers
En nu is het dus genoeg, meent de politiek. Er moet een einde aan de gedoogcultuur komen. Eerst de instroom faciliteren, mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt hun arbeidszekerheid, werknemersrechten en pensioen afnemen. En vervolgens diezelfde groep verwijten dat ze het sociale stelsel ondermijnen. Dát is de echte schande van het zzp-dossier.
Het gereedschap waarmee men de arbeidsmarkt nu probeert te repareren, door afbouw van de fiscale voordelen voor zzp’ers en een verplichte AOV, gaat de ellende aan de onderkant alleen maar vergroten. Want opnieuw blijven de foute opdrachtgevers buiten schot. Precies zoals het gedoogbeleid inzake de softdrugs voorschrijft: de coffeeshophouders krijgen geen strobreed in de weg gelegd, maar het is de gebruiker die wordt beboet.
De vraag is: wie durft op de rem te trappen?